Search preferences

Product Type

  • All Product Types
  • Books (1)
  • Magazines & Periodicals
  • Comics
  • Sheet Music
  • Art, Prints & Posters
  • Photographs
  • Maps
  • Manuscripts &
    Paper Collectibles

Condition

Binding

Collectible Attributes

  • First Edition
  • Signed
  • Dust Jacket
  • Seller-Supplied Images
  • Not Printed On Demand

Seller Location

Seller Rating

  • Seller image for Politiek en theologie in tijden van angst en trauma. Schending van burger- en mensenrechten in de strijd tegen het terrorisme. for sale by SomeThingz. Books etcetera.

    Leuven, KULeuven 2013 Softcover, 272pp., 16x24cm., in goede staat (lichte gebruikssporen). Proefschrift tot verkrijging van de graad van Doctor in de Godgeleerdheid. Begin juni 2013 speelde Edward Snowden informatie over de werking van het zogenaamde Prism-programma door aan de Britse krant The Guardian. Met dit programma, dat in 2007 in het grootste geheim door het Congres werd goedgekeurd, onderschept en analyseert de National Security Agency wereldwijd telefoon- en internetgegevens. Op overheidsniveau wordt deze gang van zaken verdedigd als een noodzakelijk kwaad in de strijd tegen het terrorisme.Aan deze gelekte informatie gaan 12 jaar van veiligheidsmaatregelen en debat vooraf. De eerste grote verandering in de houding tegenover bescherming van privégegevens kwam er meteen na 9/11 met de goedkeuring in Amerika van de Patriot Act. Die Act, die al snel gecontesteerd zou worden door rechtenverdedigers en -organisaties, werd in het Congres slechts enkele weken na de aanslagen al met een overweldigende meerderheid goedgekeurd. In het debat dat daarop volgde, en dat tot op vandaag aan de gang is, menen mensen als jurist Richard Posner dat de grondwet geen ?zelfmoordpact? is en dat er dus aanpassingen mogelijk moeten zijn om in noodsituaties effectief te kunnen optreden ten gunste van de veiligheid van de burgers. Vanuit dit perspectief worden de rechtenadvocaten die aan de andere zijde van het debat staan vaak rechtenabsolutisten genoemd. In de meeste gevallen is dit echter onterecht; de meeste rechtenverdedigers accepteren dat sommige rechten tijdelijk moeten kunnen worden opgeschort om bepaalde veiligheidsingrepen te kunnen doen. Ook voor hen hebben rechten niet altijd de prioriteit, maar de veiligheidsstrategie evenmin. Hun overwegingen sluiten nauw aan bij de voorwaarden die ook het internationale recht vooropstelt voor beleid in noodsituaties, en gaan uit van drie wezenlijke criteria: het noodzakelijkheidscriterium (er moet een dwingende sociale behoefte zijn die de inbreuk op de rechten verantwoordt), het pertinentiecriterium (de aangewende maatregel moet relevant zijn) en het proportionaliteitscriterium (er moet een redelijke verhouding bestaan tussen de inbreuk op het recht en het nagestreefde legitieme doel). In het hart van het debat staat de metafoor van de balans: rechten en veiligheid houden elkaar in evenwicht, en wie meer veiligheid wil dient daarvoor een stuk van zijn of haar rechten op te offeren, en vice versa. Maar die metafoor ? die aan beide zijden van het debat wordt gehanteerd ? is een mythe. Ze lijkt onontwrichtbaar omdat ze geassocieerd wordt met termen als proportionaliteit, redelijkheid en eerlijkheid, en niemand daar tégen kan zijn. Maar er zijn ook fundamentele kritieken op te geven: ten eerste gaat het niet over een balans tussen ?onze vrijheden en onze veiligheid?, maar wel over een balans tussen ?de vrijheid van anderen en onze eigen veiligheid?; ten tweede wordt al te vaak uit het oog dat maatregelen die op korte termijn effectief lijken op lange termijn de veiligheid juist kunnen verlagen; en ten derde ligt hier het foutieve beeld aan de grondslag dat aan het eind van de noodtoestand het land weer naar zijn ?normale? toestand terugkeert.De realiteit leert ons ? en dat is met het verhaal van Snowden opnieuw bewezen ? dat het veiligheidsverhaal na 9/11 er op beleidsniveau één is van onnodige offers. Dat de aanslagen van 11 september 2001 mogelijk waren, heeft veel meer te maken met het niet optimaal functioneren van de bestaande veiligheidsdiensten (en hun samenwerking), dan met het gebrek aan of de ineffectiviteit van de bestaande veiligheidsmaatregelen. Met een optimalere communicatiestrategie tussen de diensten hadden de aanslagen waarschijnlijk vermeden kunnen worden. Nochtans leefde meteen na 9/11 heel sterk het gevoel dat de bestaande veiligheidsstructuren fundamenteel herdacht moesten worden. Niet zozeer de optimalisering van de communicatie, maar wel de strategieën om het veiligheidsnet nog te verdichten stonden centraal in het daaruit volgende beleid. Vaak met verregaande en onnodige gevolgen voor de verworven rechten en vrijheden. Niet zelden worden er maatregelen genomen die bepaalde rechten beknotten ten voordele van een grotere veiligheid, maar blijkt later dat deze maatregelen ineffectief zijn. Toch wordt er hardnekkig aan vastgehouden. Veiligheidsexpert Bruce Schneier, die geen gelegenheid onbenut laat om het huidige Amerikaanse en Europese veiligheidsbeleid te bekritiseren, pleit dan ook voor het brengen van zinvolle offers, voorbij de angst. Daarmee verwijst hij ook naar de cultuur van angst die in stand wordt gehouden door het hanteren van een heel specifieke taal die door middel van een aantal elementen wordt gemanipuleerd. Een eerste element is het hanteren van het kader van het rechtvaardigeoorlogsdenken dat bij de publieke opinie de voorbije decennia alleen maar aan belang heeft gewonnen. Ten tweede wordt de ?kwade? terrorist geplaatst tegenover de ?goede? en ?onschuldige? burger ? beschaving staat tegenover barbarisme; cultuur, vooruitgang, waarden, heldendom en familieliefde staan tegenover wreedheid, haat en kindermoord. Zo worden de terroristen ontmenselijkt en gediaboliseerd, ze lijken in niets op de geciviliseerde slachtoffers en er loopt een scherpe lijn tussen ?hen? en ?ons? Ten derde worden terroristische aanslagen benoemd als een uitzonderlijke nationale tragedie. Zo werd na 9/11 een mythe van uitzonderlijk lijden ontwikkeld. Ten vierde worden de terroristische aanvallen benoemd als oorlogsdaden, meer dan als terroristische of criminele daden. Een krachtige symbolische handeling met concrete politieke gevolgen omdat zo ook de nadruk gelegd wordt op een ?nieuwe? en ?onconventionele? oorlog. Dit laat politici toe om de aanslagen te bestempelen als oorlogsdaden, maar de terroristen toch geen evenredige legitimiteit of status te verlenen. Terroristen kunnen worden aangepakt op een wijze die in vredestijd of bij misdaadbestrijding.